BLOEDWRAAK

Samenstelling: Herman van Voorst

Bronnen: Internet en literatuur

 

In de zomer van 2020 trokken we met onze camper door de Balkan met Albanië als speerpunt. We werden geïnspireerd door het herlezen van een paar boeken van Aard den Doolaard. Daaronder het legendarische boek: "De Herberg met het Hoefijzer". Zelf deed de schrijver zijn inspiratie voor de genoemde roman op toen hij te voet door de Balkan reisde. In de Albanese Alpen hoorde hij voor het eerst over het verschijnsel bloedwraak. Hij ontmoette gewapende mannen, op de vlucht voor de gendarmes en sprak angstige mensen die schuilden in versterkte torens voor de bloedwraak.

 

In dit deel van Albanië heeft nooit een sterk centraal gezag bestaan. Voor velen wordt het leven nog altijd in hoge mate bepaald door de Kanun. De Kanun, ook wel: "De 10 Geboden van de Bergen", bevat wetten die de aspecten van het dagelijkse leven regelen. Door de ontoegankelijkheid van de bergen overleefde de Kanun tot in deze eeuw iedere overheersing van buitenaf. Dat veranderde nadat deze gebieden beter werden ontsloten met de aanleg van wegen en bruggen.

 

Formeel bestaat de Kanun niet meer, maar in de afgelegen berggebieden in het noorden is deze nog springlevend. Het zijn nu min of meer ongeschreven regels voor de dagelijkse situaties, die verder leven als tradities. Bloedwraak is zo'n restant uit de Kanun en is het fundament onder de Albanese identiteit.

 

In het kort is bloedwraak het "oog-om-oogprincipe": wanneer iemand een familielid van jouw dood, moet jij hetzelfde doen bij de familie van de dader. Wanneer iemand deze wraak niet uitvoert is hij geen Albanees meer. Kernwoorden van de Kanun zijn vooral "eer" en "wraak".

 

Lichte en middelzware aantastingen van de eer kunnen hersteld worden met smartegeld of vergeving. Is er reden tot bloedwraak, dan gebiedt de Kanun dat de dader bij voorkeur door de sterkste man uit de familie die benadeeld is gedood moet worden. Men probeert altijd de gevoeligste plek binnen de te wreken familie te raken. Dus liever de enige zoon van de familie dan de moordenaar zelf. Daarom verbergen alle mannelijke familieleden tussen de 5 en 55 jaar zich in huis, soms jaren achtereen. Jongens kunnen niet naar school, want vooral zij vormen immers een geliefd mikpunt.

 

Lukt de bloedwraak, maar vindt men dat daarmee het evenwicht echter niet gelijkwaardig is hersteld, dan heeft de familie van de gedode het recht opnieuw wraak te nemen op de dader of diens familie. Dit kan het begin van een noodlottige kettingreactie zijn. Het bizarre is dat veel personen die dan ten offer vallen aan deze traditie part nog deel hebben gehad aan het uiteindelijke conflict.

 

Bloedwraak is aan meerdere regels gebonden. Zo zijn vrouwen, kleine kinderen en geestelijken van bloedwraak uitgesloten. Iemand die doelwit is mag niet in zijn eigen woning worden vermoord. Tot overmaat van ramp is bloedwraak niet beperkt in tijd. Een bloedwraak kan dus eerst na vele tientallen jaren worden uitgevoerd.

 

In de bergdorpen zijn speciale torens (Kulla's) gebouwd waar mannen zich kunnen schuilhouden. Wanneer ze een voet buiten de deur zetten zijn ze hun leven niet zeker. Toch hoeft bloedwraak niet altijd tot moord te leiden. Onafhankelijke bemiddelaars mogen worden ingeschakeld. Deze proberen dan een passende oplossing te zoeken tussen de families. Maar bijna geen enkele familie accepteert deze bemiddeling.

 

Na WO II drukte de communistische dictator Hoxha de traditie met veel repressie de kop in, maar sinds de val van het communisme is het principe van de bloedwraak weer helemaal terug van weggeweest. Er vond een inhaalslag plaats omdat verjaring niet bestaat. Een bron van nieuwe bloedwraak is de privatisering van voorheen collectieve landbouwgrond. Door de zwakte van de huidige Albanse politie en justitie en de traditionele populariteit van wapens, bungelt het geweer wel erg losjes op de rug van menig bergbewoner.

 

Vanaf de jaren 90 zijn er naar schatting meer dan 10-duizend slachtoffers gevallen. Bij zeker 1500 gezinnen is er sprake van gezinsleden, waaronder honderden kinderen, die nooit buiten komen omdat ze de kans lopen te worden vermoord.

 

Albanië staat bij ons bekend als een democratisch land, maar de regering heeft nog maar weinig gedaan om het principe van bloedwraak daadwerkelijk te stoppen. Er is weinig vertrouwen in de rechtspraak; regering en rechtbanken zijn corrupt. Daar komt nog eens bij dat in de bergen de Staat pas op de laatste plaats komt, ver achter de eigen tradities; ook dat is traditie. Sinds enkele jaren is er in Albanië een Bloedwraakverzoeningscomité , kortweg "de Missie", actief.  Er worden ook bemiddelaars ingezet om een einde te maken aan deze barbaarse praktijken. Dit verloopt echter moeizaam. Veel belovend is misschien wel het feit dat  jongeren zich steeds vaker en steeds massaler openlijk afzetten tegen de traditie "Gjakmarrjes". Ook dat zal een proces van de lange termijn zijn.