DE SAHEL-EXPRESS

Tekst en Foto's: Herman van Voorst

 

Eind 1990 vertrokken wij voor een trip van zo'n 6 maanden naar Ghana. Over de passage dwars door de Sahara hebben we op deze site al eerder bericht.

 

Nog even een schets van het tijdsbeeld van toen:

.......... Het is augustus en Saddam Hoessein valt buurland Koeweit binnen. De hele wereld spreekt er schande van en gezien de olie-belangen kunnen sancties niet uitblijven. Paar maanden later besluit ene George Bush z'n spierballen te laten zien. Hij stuurt er zijn krijgertjes op af. Die hebben de opdracht daar even orde op zaken te stellen. Nou, dat doen ze dan ook. De rest staat in de geschiedenisboekjes ..........

 

De maand januari van het jaar 1991 brengen wij door in Ghana. Heerlijk volkje, land met veel cultuur, oude tradities, geweldige natuur, al met al een fantastische belevenis! Aan alles komt een eind en we maken ons maar eens op voor de terugreis. De impact van de heibel in het Midden-Oosten wordt ons zo langzamerhand duidelijk.

 

Terugrijden door Arabisch georiënteerde landen zoals Mauritanië, Algerije en Marokko is inmiddels synoniem voor ronddobberen op een luchtmatras in een vijver met hongerige krokodillen. Onmogelijk opgave dus. 

 

We kiezen uit de alternatieven dan voor de route over Mali en Senegal om vervolgens per vliegtuig verder te reizen naar Marseille. De bus kan met de vrachtboot vanuit Dakar richting Marseille.  Is eenvoudig te regelen. Kost een paar cent, maar dan heb je ook wat.

 

Senegal is over de weg niet bereikbaar. De route kent een hiaat van enkele honderden kilometers. Wel is er een spoorverbinding. In de volksmond heet de treindienst tussen Bamako en Dakar, "de Sahel-Express". Mooie benaming voor een stuk koloniaal erfgoed dat stamt uit 1924. 

 

Het spoorbedrijf uit Mali beschikt over zegge en schrijve één locomotief en een serie verouderde treinstellen die, net als de loc, elders  al vele, vele jaren dienst hebben gedaan. 

 

We zullen een paar dagen in Bamako blijven. De stad is onrustig en dat heeft alles met de golfoorlog te maken. Veel militairen op straat. We zoeken ons bivak naast de internationale school. Deze wordt dag en nacht bewaakt. De bewakers beloven  goed op ons te letten.

 

We kunnen nu met een gerust gevoel Bamako wat verkennen en ook de treinreis regelen. We kiezen voor het deeltraject Bamako-Kayes. Vanaf Kayes kunnen we dan weer over de pistes verder rijden, richting Senegal. 

 

"Le Chef de Gare de Bamako" is een behulpzame man. De kosten die hij ons berekent zijn minstens 2 x zo hoog als de prijslijst doet geloven. Ik denk te snappen hoe het werkt en schuif de man, na wat onderhandelen, een bedrag van 45 USD toe. Er verschijnt een vaderlijke glimlach op het gezicht van de Chef. We komen nu in aanmerking voor een korting van maar liefst 50%.; "un prix d'un ami, monsieur". Wij blij, hij nog veel en veel blijer!

 

Dan gaat er nog behoorlijk wat tijd zitten in een rondje langs de burelen van het staatsbedrijf. Uiteindelijk zijn we de trotse bezitter van een mooie stapel papier en en bonte verzameling stempels.

 

We hebben enige haast want volgens de dienstregeling vertrekt de Sahel-Express rond zeven uur in de avond. De bus moet nog naar een platform vanwaar we op de wagon kunnen rijden. De koppeling met de wagon wordt pas gemaakt nadat er weer wat dollars van eigenaar zijn gewisseld. Ja, ook deze jongens weten hoe de paarden lopen! 

 

Voor het vastsjorren van de bus komt een ware specialist opdagen. Salif, zo heet de man, wenst echter vooraf graag een vergoeding van maar liefst 100 USD te ontvangen. De prijs is inclusief het lossen van de bus in Kayes, dat dan weer wel.  Wat ik ook probeer, over de prijs valt niet te onderhandelen. Ik blijf vriendelijk maar laat hem weten voor zo veel geld geen gebruik te zullen maken van zijn diensten. Salif blijft ook kalm en vriendelijk. Hij verdwijnt van het toneel met de woorden: " aidez-vous et a Bientôt" (astebleef, red oe d'er met).  Hij laat de stalen kabels en sjorbanden voor mij de "doe-het-zelver" achter. Dat is toch maar weer mooi meegenomen.

 

In de brandende zon werk ik mij behoorlijk in het zweet. Ik denk dat ik alles goed heb vastgezet, maar helemaal zeker voel ik mij niet. De uren verstrijken maar de Sahel-Express vertrekt niet. Bij navraag is het enige wat we telkens te horen krijgen dat de trein "binnenkort" zal vertrekken. Tijd is in Afrika een rekbaar begrip, daar wordt je elke dag wel een keer aan herinnert. 

 

Al met al staan we zo'n twee dagen met de bus boven op de wagon in de brandende zon te wachten op het "fluitje-van-vertrek". Het is in de bus inmiddels een bakoven.

 

Wie er niet klaagt is Thomas (4). Zoonlief speelt aan de klaptafel met Lego. Hij bouwt treintjes, hij tekent treintjes, hij praat over treintjes en zal ook wel dromen over treintjes. Niet te filmen wat een fantasie. Gerty heeft geen kind aan hem! De hond is een ander verhaal. Die moet af en toe worden uitgelaten en het is een hele klus om haar uit de bus te krijgen. De wagon is niks breder dan de bus en dan is in- of uitstappen wel een opgave.

 

Zowaar;  de trein zet zich eindelijk in beweging.  We vertrekken precies op tijd, dat wel, alleen op een andere dag. De eerste uren zitten we met angstzweet in de handen in de bus. Alles schudt, piept en kraakt en nu maar hopen dat de auto goed vast is gesjord.

 

In dorpen en stadjes langs de lijn trekt de trein veel bekijks. Steeds als we stoppen stappen hordes mensen in en uit. Verkopers van vers fruit, brood of water verdringen zich om hun waar aan de man te brengen. Een bonte verzameling van mensen. Vermakelijk om naar te kijken.

 

We rijden door een kurkdroge omgeving. Landschappelijk heeft de treineis niet veel te bieden. Toch is er voldoende om naar te kijken. We rijden met een gangetje van hooguit 30 km/u in westelijke richting. Sneller kan niet en zou levensgevaarlijk zijn. De treinstellen en de spoorbaan wekken niet de indruk goed onderhouden te zijn. Alles is oud en krakkemikkig en is dringend aan een revisie on toe.

 

Zestien uur na vertrek komen we in Kayes aan. Onze wagon wordt naar een platform gerangeerd. Tot onze stomme verbazing staat daar Salif. Hij zwaait vriendelijk en heet ons van harte welkom in Kayes. Hij vraagt of we gebruik willen maken van "zijn" platform. Keus hebben we niet, dus stemmen we knarsetandend toe.  Salif wil echter eerst even 150 USD ontvangen. Heeft hij ons dan toch nog te grazen?

 

Wat ons rest is gewoon de gevraagde dollars te betalen. Moraal van het verhaal: Wie het laatst lacht, lacht het best! Het is niet anders. Af en toe moet je ook je verlies weten te nemen.

 

Dan stomen we op via de grens met Senegal op naar Tambacounda. Daar zullen we een piepklein streekhospitaal bezoeken om een vrachtje medische spullen te droppen.